Ik getuig, o mijn God, dat Gij mij hebt geschapen om U te kennen en te aanbidden. Ik betuig op dit ogenblik mijn machteloosheid en Uw macht, mijn armoede en Uw rijkdom. Er is geen ander God dan Gij, de Helper in nood, de Bij-zich-bestaande.
Bahá’u’lláh
أَشْهَدُ يا إِلهِي بِأَنَّكَ خَلَقْتَنِيْ لِعِرْفانِكَ وَعِبادَتِكَ أَشْهَدُ فِي هذا الْحِيْنِ بِعَجْزِيْ وَقُوَّتِكَ وَضَعْفِيْ وَاقْتِدارِكَ وَفَقْرِيْ وَغَنائِكَ لا إِلهَ إِلاَّ أَنْتَ الْمُهَيْمِنُ الْقَيُّومُ
حضرة بهاءالله
Bahá’ís zeggen elke dag een van de drie verplichte gebeden die door Bahá’u’lláh zijn geopenbaard:
Deze dagelijkse verplichte gebeden en enkele andere speciale gebeden, zoals het Genezingsgebed en de Tafel van Aḥmad, zijn door Bahá’u’lláh met bijzondere kracht en betekenis bekleed en moeten daarom als zodanig worden aanvaard en door de gelovigen worden gereciteerd met onvoorwaardelijk geloof en vertrouwen, opdat zij steeds inniger in God zullen opgaan en zich steeds meer vereenzelvigen met Zijn wetten en voorschriften.
— Uit een brief geschreven namens Shoghi Effendi
For More information